een gebaar van saamhorigheid en positiviteit
Duim omhoog – Geef complimenten
Wees positief. Benoem wat wel goed gaat, dat levert veel meer op dan te benoemen wat niet goed gaat. Soms maakt een speler tig keer dezelfde fout en jij zegt elke keer dat het anders moet… maar er verandert niks. Als jij de ene keer dat het wel goed gaat beloont met een compliment is de kans veel groter dat hij het vaker gaat doen.
Geef niet alleen complimenten voor het resultaat maar ook voor de inzet en de intentie van een speler. Bemoedig je spelers zodat ze lef ontwikkelen om ook met tegenslagen en uitdagingen om te gaan.
Wijsvinger – Geef tips
Wijs spelers de weg. Zeg niet wat je niet wilt, maar wat je wel wilt. In plaats van te roepen ‘Loop niet zo te slapen!’ kun je beter zeggen: ‘Hou je ogen op de bal!’ Wees concreet in je aanwijzingen. Focus je daarbij op fundamentals (welke vaardigheden moeten ze op deze leeftijd onder de knie krijgen) en inzicht (het spel leren lezen en daarop anticiperen). De jaarplannen helpen jou als trainer hierbij.
Bedenk dat als jij met een vinger naar iemand of iets wijst, er drie vingers naar jezelf wijzen. Die staan symbool voor de vragen: Heb ik het goed uitgelegd? – Is mijn bedoeling duidelijk? – Hoe kan ik jou daarbij helpen?
Middelvinger – Respect!
Sport is een belangrijk middel om respect te leren. Niet je middelvinger opsteken als je verliest of als er iets tegenzit, maar respect opbrengen voor je tegenstander, de scheids, je trainer, je medespelers. Breng dit regelmatig onder de aandacht en laat je spelers zelfs eens scheidsrechter zijn. Jij hebt als trainer of coach een voorbeeldrol, inspireer je spelers door zelf respect te tonen.
Krijg je te maken met negatief gedrag van je spelers? Vraag je af wat erachter zit. Het gedrag is wat je ziet aan de buitenkant. Vaak zit er aan de binnenkant een oorzaak voor dit gedrag. Zolang je niks met die oorzaak doet, zal het gedrag ook niet veranderen. Een speelster tettert bijvoorbeeld steeds door jouw uitleg heen. Zij kan thuis misschien aandacht tekortkomen en dan helpt het als je haar vraagt om vijf minuten eerder te komen zodat jullie even gezellig kunnen kletsen. Door te focussen op het echte probleem kun je proberen het gedrag om te buigen zonder dat je constant aan het corrigeren bent.
Ringvinger – Vorm een team
De ringvinger is de vinger van de relatie. Stimuleer een vriendschappelijke omgang met elkaar. Enthousiasmeer je spelers en creëer een positieve sfeer: ‘Wij zijn trouw aan elkaar!’ Basketbal is een teamsport, dus werk actief aan het teamgevoel en onderling vertrouwen. Zonder binding kan er geen goede samenwerking ontstaan.
Wees ook in sociaal opzicht een team en heb het gezellig samen. Plezier en humor bevorderen de prestaties! Als je met je spelers kunt lachen, dan kun je ook met ze werken op momenten dat het lastig is.
Pink – Zie elk individu
Naast een team is elke speler ook een eigen individu die zijn eigen ontwikkeling doormaakt. Ten diepste kwetsbaar en klein als je pink. Iedereen wil graag gezien worden. Stel dat een speler nieuw is in het team en heel verlegen. Hij krijgt daardoor nauwelijks de bal tijdens de wedstrijden. Daar wordt hij nog onzekerder van. Als trainer geef je hem een eigen uitdaging: Het is vandaag jouw doel om je medespelers in de ogen te kijken en om de bal te vragen. Zo kun je voor elke speler eigen uitdagingen opstellen.
We zijn een inclusieve vereniging: Iedereen mag erbij horen en de lol van basketbal ervaren. Maak gebruik van ieders talenten en benoem ze in de groep. Spelers die heel lang zijn voor hun leeftijd of erg fors kunnen bijvoorbeeld onder jouw leiding ontdekken dat hun ‘eigenaardigheid’ ook een kwaliteit kan zijn.
Deze waarden komen uit het jeugdplan van de ZACademie. Ontdek nog veel meer op www.zac.basketball/zacademie!